Huisseling

Huisseling ligt zo dicht tegen Ravenstein aan dat het er wel een buitenwijkje van lijkt. Dat is nu dan wel zo, maar zoals de eigen naam al aan geeft, heeft het dorpje zich zelfstandig ontwikkeld. De oudste vermelding stamt uit 783 en er zijn ongetwijfeld wortels die nog eeuwen verder in het verleden reiken. Wie geboren en getogen is in Huisseling weet haarscherp het verschil tussen wie van de nieuwbouw is en wie van het dorp zelf. En een echte Huisselinger kan met autoriteit het karakter van het dorp en zijn inwoners schetsen.

Dorp met bedreigd hart
Huisseling is van oorsprong natuurlijk een dorpje waar iedereen van het boerenbedrijf leefde. Nu zijn er misschien nog maar een stuk of tien agrariërs. Het was een in zichzelf gekeerde gemeenschap, met grote gezinnen en de pastoor als leidsman. Bereidwillig naar de buren toe, maar binnen de familie waren de vaders strenge gezinshoofden. Voor kinderen kwam vrijheid van bewegen vaak pas na het verscheiden van vader. Dan kon je soms ook pas het huis verlaten. Voor de oudste zoon was het vanzelfsprekend om de boerderij over te nemen. De andere kinderen moesten elders aan de slag. Voor de jongens boden de vleesfabrieken in Oss mogelijkheden. Ook was er wel werk te vinden in Ravenstein, bij de RAVO-schoenfabriek of de meubelfabriek van Salet. Een opleiding lag meestal op het niveau ambachtsschool. Wie beter kon leren, kon gespot worden als potentieel talent voor het seminarie. Priesters kwamen daarvoor langs op school.

In een klein dorp was weinig vermaak, maar wel rivaliteit. Er werd regelmatig geklopt met de jongens uit Ravenstein; het stadse volk was anders dan van het dorp. Als je de leeftijd had om te stappen, dan ging je naar Wijchen of Nijmegen. Daar werd ook geklopt als je de stadsjongens tegenkwam. Toch kon je het stadje niet negeren. Je was op Ravenstein aangewezen voor de lagere school of als je echt op voetbal wilde.

In de jaren zeventig veranderde Huisseling in snel tempo. Het agrarisch bedrijf verdween, nieuwe wijkjes trokken import aan. De oude zekerheden van de kerk smolten weg. En wat het opmerkelijke was: juist de import spande zich sterk in om het eigene van het dorp te behoeden. De import stimuleerde de heroprichting van het gilde een jaar of twintig geleden en organiseert tot op de dag van vandaag activiteiten voor de jeugd. Het lijkt wel alsof hier de oude instelling van Huisseling nog in doorklinkt, waar de oorspronkelijke bewoners volgden wat de autoriteiten, de pastoor bepaalden. Het eigene van de Huisseling lijkt samengebald in de Lambertuskerk, de kerk die nog maar eens in de twee weken voor een dienst gebruikt kan worden. De kerk het hart van het oude dorp, maar ook een bedreigd hart. Kan het blijven functioneren in een gemeenschap van 400 mensen?

Bekijk hier het actuele woningaanbod in Huisseling.